Dieren, homeopathie & gezondheid


Wormen en endoparasieten
De meest voorkomende wormen bij honden zijn spoelwormen, lintwormen, zweepwormen, haakwormen en de eencellige parasieten giardia en coccidia. Spoelwormen zijn de meest voorkomende inwendige (endo) parasieten bij honden in Nederland. Slechts 3% van de honden in Nederland is geïnfecteerd met spoelwormen en bij veel honden verloopt de infectie geheel zonder symptomen.
Bij katten komen naast bovengenoemde wormen ook nog de rondworm voor en de parasiet die toxoplasmose veroorzaakt.
Een echte worminfectie komt bij zowel honden als bij katten nauwelijks voor. Uit een 2 jarig onderzoek aan de Universiteit van Utrecht waarbij 2000 honden onderzocht zijn bleek dat slechts 5-10% van de honden in Nederland een actieve worminfectie heeft.
Ook bij katten blijkt een werkelijke
worminfectie maar bij een klein percentage van de dieren vastgesteld.
Hebben dieren altijd wormen?
Honden en katten kunnen op verschillende manieren besmet worden met wormen. Spoelwormen worden vooral overgedragen door de ontlasting. Een geïnfecteerd dier scheidt eitjes uit met de ontlasting, deze worden rechtstreeks opgenomen door een hond of kat die aan ontlasting snuffelt. Besmetting kan ook ontstaan doordat de hond of kat een tussengastheer (bijvoorbeeld een dode muis of rat) opeet. Daarnaast worden larven overgedragen door de placenta en de moedermelk, dit is een van de redenen dat veel pups en kittens al bij de geboorte besmet zijn met spoelwormen. Spoelwormen zijn meestal niet met het blote oog waar te nemen, alleen de eitjes worden uitgescheiden, de wormen zelf veelal niet.
In antwoord op de vraag of dieren altijd wormen hebben: in veel gevallen wel. Wij mensen vinden dit vaak een vieze gedachte. De vraag is echter of het dier er last van heeft en dat blijkt meestal niet het geval.
Er is een verschil tussen besmetting, infectie en ziekte.
Een wormbesmetting hoeft geen probleem te vormen zolang er een gezonde verhouding bestaat tussen de gastheer (het dier) en de parasiet. Bij verminderde weerstand kan de besmetting echter een infectie worden en kunnen er ziektesymptomen optreden die gerelateerd kunnen worden aan wormen zoals een bolle dikke buik, een doffe vacht of hoesten. Wanneer deze symptomen optreden is de infectie al in een ver gevorderd stadium. De echte oorzaak van de infectie en daarop volgende ziekte moet gezocht worden in de vraag waarom de weerstand van het dier verminderd is.
Wanneer ontstaat er een verhoogd risico op een infectie?
Wanneer het dier ziek is en met name wanneer de darmflora is aangetast door ziekte, antibioticagebruik of een weerstandsdip. De weerstand kan verminderen door bijvoorbeeld dracht of langdurige stress. Ook overmatig ontwormen - standaard elke 3 maanden - heeft een nadelig effect op het darmstelsel.
Wanneer een dier veel vlooien heeft (gehad) is er een serieuze kans dat het besmet is geraakt met lintworm. Goed om te vermelden: een dier dat getroffen is door een vlooienplaag moet regulier behandeld worden omdat de kwaal erger is dan het middel. Een ernstige vlooienplaag kan leiden tot bloedarmoede en besmetting met lintwormen. Uiteraard kan tegelijkertijd de weerstand verhoogd worden door middel van een complementaire behandeling.
Balans
Een gezond lichaam is in balans. Die balans houdt ook in dat het om kan gaan met een besmetting zoals bovengenoemde. Sterker nog: een besmetting houdt het immuunsysteem scherp. Een dier dat continu wordt schoongeveegd bouwt geen weerstand tegen wormen op. Alles draait om balans, de gezondheid moet zo goed zijn dat de worm wel in het lichaam kan wonen maar geen kwaad kan doen. Parasieten zijn afhankelijk van hun gastheer en zijn er niet op uit om die gastheer te doden. Dat zou namelijk betekenen dat ook zij het niet overleven.
Biedt reguliere ontworming dé oplossing?
Nee. Door overmatig gebruik van ontwormmiddelen krijgen dieren weinig kans om weerstand op te bouwen en dieren worden frequent belast met chemische stoffen uit de ontwormmiddelen. Maar het ergste is dat het overmatige gebruik van ontwormmiddelen tot resistentie lijdt. De wormen trekken zich steeds minder van de ontwormmiddelen aan en het ziet er naar uit dat er binnenkort geen werkzame stoffen meer over zijn om ze te bestrijden als dit echt nodig is. De zwakste wormen worden gedood en de sterkste wormen zullen achterblijven, op deze manier creëren we dus uiteindelijk super wormen.
Preventief ontwormen
Dit is een term die vaak wordt genoemd maar feitelijk onjuist is. Preventie betekent voorkomen. Een ontwormmiddel kan een besmetting niet voorkomen maar kan alleen een besmetting of infectie behandelen die op dat moment ook daadwerkelijk aanwezig is. Behandel het dier daarom alleen na een ontlastingsonderzoek waarbij actieve besmetting is aangetoond. Dat kan bijvoorbeeld bij Het Woud, https://wormbestrijding.nl/
Homeopathische
behandeling van wormbesmetting met natuurlijke middelen
Als homeopaat blijven we kijken naar het individuele dier, de leefomstandigheden en de voeding. Op deze manier kan er per dier een passend advies geven worden voor een behandeling tegen wormen.
Wanneer een hond of kat een actieve worminfectie heeft dan bestaat de mogelijkheid om deze met homeopathische middelen te behandelen. Het is wel belangrijk om daarnaast een behandeling te starten om de weerstand van uw dier te vergroten.
Complementaire
behandeling
Naast homeopathie maak ik ook gebruik van andere natuurgeneeskundige middelen zoals Spagyriek om de weerstand van het dier te verhogen, of een dier dat in een risicovolle omgeving leeft te beschermen tegen infectie. Voor meer informatie kunt u contact met mij opnemen.
Bronnen:
gezonddier.nl
wormbestrijding.nl